Jaarstukken 2018

Balans

Toelichting op de activa

Toelichting op de activa

Immateriële vaste activa

In de staat van vaste activa is een nadere specificatie opgenomen van de immateriële vaste activa, zoals software en licenties. De staat is als bijlage B in deze jaarrekening opgenomen. De immateriële vaste activa worden alle gecategoriseerd onder de ´overige immateriële vaste activa´. Het verloop van de immateriële vaste activa is in onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen x € 1.000 

Overige immateriële activa

Stand per 31 december 2017

Historische aanschafwaarde

2.433

Cumulatieve afschrijvingen

-2.343

Boekwaarde

90

Mutaties 2018

Investeringen

150

Afschrijvingen

-105

Desinvesteringen Aanschafwaarde

-238

Desinvestering Afschrijvingen

238

Saldo mutaties 2018

45

Stand per 31 december 2018

Historische aanschafwaarde

2.345

Cumulatieve afschrijvingen

-2.210

Boekwaarde

135

De afschrijvingen hebben betrekking op de uit het verleden geïnvesteerde immateriële activa zoals in bijlage B staat vermeld. Voor het opschonen van de balans wordt het 4 jarige project drukwerk gedesinvesteerd.

Materiële vaste activa
In de staat van vaste activa (bijlage B) is een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen en vervoermiddelen. Het verloop van de materiële vaste activa in 2018 is in onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen x € 1.000 

Bedrijfs-gebouwen

Vervoer-middelen

Overige materiële vaste activa

Totaal

Stand per 31 december 2017

Historische aanschafwaarde

1.341

14

888

2.243

Cumulatieve afschrijvingen

-418

-12

-431

-861

Boekwaarde

923

2

457

1.382

Mutaties 2018

Afschrijvingen

-132

-2

-128

-262

Saldo mutaties 2018

-132

-2

-128

-262

Stand per 31 december 2018

Historische aanschafwaarde

1.341

14

888

2.243

Cumulatieve afschrijvingen

-550

-14

-559

-1.123

Boekwaarde

791

0

329

1.120

De boekwaarde van de bedrijfsgebouwen heeft voornamelijk betrekking op huurdersinvesteringen,
waarvan GBLT derhalve geen juridisch eigenaar is.

Vlottende activa

Bedragen x € 1.000 

31-12-2018

31-12-2017

Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar

  Uitzettingen schatkistbankieren

             2.915

             5.551

Kortlopende vorderingen

  Openstaande invorderingsdebiteuren

             1.237

             1.343

  Debiteuren

                  16

                  85

  Vooruitbetaalde bedragen

                    3

                  11

  Overige vorderingen

                316

0

Liquide middelen

0

             10

Totaal

4.487

         7.000

Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar

Sinds eind 2013 zijn alle decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen, verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Tegelijkertijd met de wet is de ministeriële regeling Schatkistbankieren decentrale overheden van kracht geworden. Onderdeel van

die regeling is de rekening-courant overeenkomst die iedere decentrale overheid heeft met de Staat
der Nederlanden. De regeling bevat ook de verplichting voor decentrale overheden om een
bankrekening aan te houden die gekoppeld kan worden aan de schatkist.

Niet alle overtollige middelen behoeven in de schatkist te worden gestort. Er geldt een drempel. Het
drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat
gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. In onderstaande tabel is het drempelbedrag voor het schatkistbankieren per kwartaal weergegeven, alsmede de ruimte onder het drempelbedrag.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Verslagjaar 2018

Drempelbedrag

      250

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks 

       20

       19

       31

       13

schatkist aangehouden middelen

Ruimte onder het drempelbedrag

         230

         231

         219

         237

Overschrijding van het drempelbedrag

           -  

           -  

           -  

           -  

Kortlopende vorderingen
De kortlopende vorderingen betreffen onder andere de nog te realiseren invorderopbrengsten van € 1.237.000 en het te verrekenen waterschapsgedeelte van de Wet digitale overheid van € 316.000. Alle kortlopende vorderingen zijn op balansdatum direct opeisbaar, behalve de vordering op de waterschappen betreffende de Wet digitale overheid.

Hieronder zijn de openstaande invorderingsdebiteuren per 31 december 2018 opgenomen onder vermindering van de inschatting van de niet te realiseren inning.

Bedragen x € 1.000 

Openstaand bedrag
31-12-2018

Openstaand
bedrag
31-12-2017

Openstaande invorderingsdebiteuren 2018

                1.784

Openstaande invorderingsdebiteuren 2017

                   585

                1.669

Openstaande invorderingsdebiteuren 2016

                   223

                   525

Openstaande invorderingsdebiteuren 2015

                   171

                   315

Openstaande invorderingsdebiteuren 2014

                   102

                   221

Openstaande invorderingsdebiteuren 2013 en voorgaande jaren

                     95

                   172

Totaal

2.960

2.902

Percentage verwachte inning

42%

46%

Voorziening

1723

1559

Openstaande invorderingsdebiteuren

1.237

1.343

Voor de verwachte inning op het openstaande bedrag is een nieuwe berekeningsmethode ontwikkeld
waarbij de verwachte ontvangsten worden berekend op basis van de ervaringscijfers en op basis van de fase waarin de vordering zich bevindt.

Liquide middelen
Dit betreft de saldi op de bankrekeningen.

ga terug